Recensie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Recensie Muziek

Verdi op zijn lekkerst in La Forza van Nationale Opera

De Nationale Opera opende zaterdag het seizoen met Verdi’s zelden gespeelde ‘La forza del destino’. Een draak van een opera, maar de productie is fraai en inventief.

Leonora (Eva-Maria Westbroek) & op de stoel Il marchese (James Creswell) & Koor van de Nationale Opera.
Leonora (Eva-Maria Westbroek) & op de stoel Il marchese (James Creswell) & Koor van de Nationale Opera. De Nationale Opera

Je snapt het meteen. Beluister La forza del destino (kracht van het noodlot) en je wordt onherroepelijk getroffen door Verdi’s genie. Hoe hij omineuze onderstromen voelbaar maakt vanuit de contrabassen. Hoe zijn antenne voor spektakel werkt. De tederheid waarmee hij de overgang van het ondermaanse naar het hogere schetst (viool-tremoli, vooruitwijzend naar het Requiem).

Maar theatraal is de diagnose glashelder: La forza del destino is een draak. Je zou er een college over de wetten van verhaalopbouw aan kunnen ophangen. Of een sketch over het tegendeel van suspense („Ik maak het open! Eens zien! Hemel!”). Logisch dat De Nationale Opera juist deze Verdi een halve eeuw omzeilde. Maar dat wil niet zeggen dat deze nieuwe productie van La forza er één is om dan maar links te laten liggen. Integendeel: het is een voorstelling om niet te missen, met geweldige muziek en in een enscenering die de brokkelige partituur in managerstaal „in zijn kracht heeft aangesproken”.

Bij regisseur Christof Loy blijkt dat uit de intelligentie van de opbouw. Een te mager plotlijntje, zoals het racisme van de vader waarmee het noodlot wordt ontketend, krijgt extra vlees op het karkas. We zien de vader meteen zijn gekleurde personeel (charmant DNO-debuut van de 68-jarige Roberta Alexander) afkatten, en we ontdekken in die flashback tijdens de ouverture ook meteen hoe dochtertje Leonora aan de beklemming van het ouderlijk huis ontsnapt via religie – en met haar broer een piëta naspeelt.

Sterk is dat dit beeld van Leonora als heilige moeder aan het einde, bij haar (natuurlijk noodlottige) dood, terugkeert. Zulk beeldrijm schept samenhang. Ook het eenheidsdecor van Christian Schmidt dient als bindmiddel (effectief), net als enige filmbeelden (overbodig).

Maar het blijft de vraag in hoeverre je van La forza überhaupt een voorstelling uit één stuk kunt smeden. Meer grootse scènes, zoals één met soldatenvermaak en een ander met hongerige armen, zijn voor de plot totaal misbaar, maar hun entertainmentfactor is substantieel. En dat is zeker hier zo, door de revueachtige uitwerking met wervelende freestyledans door ontblote tattoo-torso’s (nep, helaas), een wel zeer zwoele zigeunerin (de ook vocaal prachtige Veronica Simeoni) en de lijnstrakke massachoreografie van het oorwurmerig-opruiende Rataplan-koor.

Die beroemde koorscène, vaak wat ordinair aangezet, bezegelt ook het oordeel over dirigent Michele Mariotti (38). Mariotti, opgegroeid met opera, maakt een droomdebuut door Verdi te lijf te gaan met fileermes in plaats van ganzenvet. Hij verleidt het Nederlands Philharmonisch ertoe op zijn best te spelen (bij voorbeeld door de prachtige klarinetsolo van Leon Bosch gewoon los te laten), maar zijn Verdi is er vooral een van helderheid, finesse en strakke coördinatie tussen bak en podium - óók in de talrijke massakoren die geweldig worden gezongen en geacteerd en een wow-factor op zichzelf vormen.

De casting van La forza is een reuzenklus, want de grote rollen zijn talrijk en zwaar. Het is Eva-Maria Westbroek die de voorstelling draagt als Leonora. Ze doet dat imponerend, met een vocale power die zijn gelijke niet kent. Tegelijkertijd schuilt daar een voetangeltje: haar aanpak heeft in slagkracht iets verrukkelijk, ouderwets dramatisch, maar haar topregister klonk tijdens de première niet overal even volmaakt gemakkelijk. Ook voor Roberto Aronica (haar Alvaro) gold dat hij tijd nodig had warm te draaien. Theatraal minpuntje is daarbij dat hun liefdesband vrij abstract blijft. Loy zet Leonora’s getormenteerdheid zwaar aan, waardoor voor sproeiende feromonen weinig plek is.

Naast Westbroek en Aronica is er een glansrol voor Franco Vassallo (Carlos), een groot Verdi-bariton, en staat naast de sterke Guardiano van Vitalij Kowaljow een ideale Melitone (Alessandro Corbelli): clownesk met een rafelrandje.

En zo vliegen vier uren voorbij, bevat La forza Verdi-op-zijn-lekkerst en pronkt deze productie met de huisjuwelen van De Nationale Opera: koor en orkest.