Direct naar artikelinhoud
operarecensie

Sobere, ongebalanceerde opera ‘Das Wunder der Heliane’ van de Nederlandse Reisopera roept vooral vragen op ★★★☆☆

Bijna honderd jaar na de eerste opvoering waagt Nederlandse Reisopera zich aan ‘Das Wunder der Heliane’ van Erich Wolfgang Korngold. De cast is uitstekend, maar compenseert niet voor het gebrek aan balans in het stuk.

‘Das Wunder der Heliane’ van de Nederlandse Reisopera.Beeld Marco Borggreve

Twee muren schuiven van elkaar weg. Zilveren stroken komen tevoorschijn uit het golvende spiegelplafond. Even wordt het publiek verblind door de spotlichten, teruggekaatst door het zilver. Het is het hoopvolle einde van een operaproductie die meer vragen opwerpt dan met antwoorden komt. Zaterdagavond 30 september is Das Wunder der Heliane (1927) van Erich Wolfgang Korngold (1897-1957) in het Enschedese Wilminktheater in première gegaan. De Nederlandse Reisopera voert de drieakter voor het eerst in Nederland op.

Sober, licht, tijdloos

Het is de tweede keer dat de Duitse regisseur Jakob Peters-Messer een opera van Korngold regisseert voor het gezelschap. In 2018 zette hij een goed ontvangen Die tote Stadt op de planken. Deze regie van Das Wunder der Heliane, met decors en lichtontwerp door Guido Petzold, heeft een vergelijkbare signatuur (sober, licht, tijdloos), maar het verhaal is te dun en te saai. Hiertegenover staat de broeierige maar nogal zware muziek van Korngold. De klare regie en uitstekende musici, zoals de absolute stersopraan Annemarie Kremer (met een groot bereik en kracht en warmte in hoogte zowel als in laagte), het in topvorm verkerende koor Consensus Vocalis en het weelderig spelende Noord Nederlands Orkest onder leiding van Jac van Steen, slagen er niet in om de boel in balans te krijgen.

Over de auteur

Maartje Stokkers schrijft sinds 2019 voor de Volkskrant over klassieke muziek. Daarvoor was ze jarenlang als presentator verbonden aan Radio 4.

Kremer is Heliane, het enige personage met een naam. Haar man, de Heerser (een rol van de Engelse basbariton Darren Jeffery), staat aan het hoofd van een rijk waarin vrolijkheid niet is toegestaan. Waarom? Omdat hij voelt dat zijn vrouw, Heliane, niet van hem houdt. En als de Heerser niet gelukkig is, dan zijn volk ook niet.

Gevangenschap

Het openingsbeeld is een slapend persoon op een soort brits, verdere referenties aan een gevangenis zijn er niet. Maar gevangen zit hij wel: de blijmoedige vreemdeling (der Fremde), gezongen door tenor Tilmann Unger met een knot in zijn haar en de loszittende kleding als van een zweverige yogagoeroe (te wijde hals en broek op hoog water). Met zijn vreugde bracht hij te veel leven in de brouwerij en daarom wacht hij nu in gevangenschap op de doodstraf. Van zijn levenslust is dan ook geen enkele sprake meer. Peters-Messer laat het toneel baden in helwit, onpersoonlijk licht. Op de muren zie je ondefinieerbaar nevelslierterig schijnsel.

‘Das Wunder der Heliane’ van de Nederlandse Reisopera.Beeld Marco Borggreve

Heliane is een invoelende vrouw, dus zij gaat de gevangene bezoeken. Je knippert met je ogen en er is een alles verterende liefde opgebloeid tussen de twee. Er heerst een seksuele spanning – knap geacteerd – die begint met Heliane die haar lange haar los gooit, de smekende vreemdeling haar voeten laat kussen en dan haar borsten ontbloot. Na een blik op haar blanke boezem roept de vreemdeling uit dat ze door God gezonden is. Het commentaar van koperblazers klinkt ongemeend ironisch.

Overspel

In Die tote Stadt maakte Peters-Messer gebruik van gigantische filmstills. Nu zie je in dezelfde sfeer het gezicht van Kremer in spiegelbeeld geprojecteerd; ze ligt, met gesloten ogen en iets wijkende lippen. Het beeld is sensueel, maar het blijft bij een projectie: de uiteindelijk toch deugdelijke Heliane gaat niet in op de vraag van de vreemdeling om seks met hem te hebben. Ze gaat naar een onzichtbare kapel en ‘bidt’, ineen gehurkt met voorover gegooid haar.

Het enige moment dat de heerser iets van menselijkheid kan laten zien, is nu aangebroken. Hij vraagt de vreemdeling hoe hij anderen (en dan met name zijn eigen vrouw) van zich kan laten houden. Maar door de steeds stramme lichaamshouding van Jeffery en het plechtstatige libretto, blijft het kil en afstandelijk. Zijn boosheid wanneer Heliane met haar half uitgetrokken jurk weer tevoorschijn komt, is dan wel weer begrijpelijk. Hij klaagt haar in de tweede akte dan ook aan voor overspel.

‘Das Wunder der Heliane’ van de Nederlandse Reisopera.Beeld Marco Borggreve

De hoofdman van de rechters (zes tenoren en baritons die hun reacties welluidend en krachtig zingen) is een blinde scherprechter, een rol van de soeverein schitterende tenor Paul McNamara, kwetsbaar met zijn tastende handen en krachtig (zingend) tegelijk. Hij is het enige personage waar je eventueel sympathie voor zou kunnen opwekken. De rest blijft gezichtsloos in de overdaad aan symboliek.

Moeizaam einde

In de derde akte komt het verhaal maar moeizaam tot een einde. De vreemdeling (Unger komt soms niet boven de bombastische muziek uit) heeft zichzelf gedood, en heeft daarmee de heerser voor altijd de waarheid ontzegd. Dan probeert de onschuldige, onbevlekte Heliane, aangemoedigd door het volk, de vreemdeling tot leven te wekken. Of dat lukt, of dat zij met hem sterft en ze samen de zilveren hemel betreden, blijft de vraag. Dat de musici en vooral de zangers een topprestatie neerzetten, staat vast.

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957) behoorde tot de vele Joodse musici die in de jaren dertig, met de dreigende oorlog op hun hielen, Europa ontvluchtten en uitweken naar Amerika. Korngold was op dat moment lieveling van het Weense publiek, met zijn romantische opera’s, waarin het leek of de 19de eeuw nooit ten einde zou komen.

Al vroeg was duidelijk dat hij zeer muzikaal was. Op zijn tiende componeerde hij zijn zijn eerste stuk, een pianotrio van ruim een half uur. Het succes van de jongen werd niet alleen bepaald door talent; zijn vader keek toe op een Spartaanse muzikale opvoeding. Liefdesrelaties bijvoorbeeld, waren verboden, want dat leidde alleen maar af. Het zou het gepassioneerde karakter verklaren van veel van zijn muziek; Korngold vertrouwde zijn frustraties toe aan het muziekpapier.

Eenmaal in Amerika maakte Korngold een tweede carrière als filmcomponist. Zijn nostalgische, zwierige muziek paste perfect bij Hollywoodfilms, ook al vond menigeen dat hij zijn talent in de uitverkoop gooide. Korngold beschouwde elke film juist als een opera zonder zang. Hij won er twee Oscars mee.

Das Wunder der Heliane

Opera

★★★☆☆

Opera van E.W. Korngold door de Nederlandse Reisopera. 

Noord Nederlands Orkest o.l.v. Jac van Steen. 

30/9, Wilminktheater, Enschede. Tournee tot en met 11/11.