Direct naar artikelinhoud
opera

Net wanneer je bij de opera Maria Stuarda denkt: ‘duim omlaag’, volgt er een briljante scène ★★★☆☆

Componist Gaetano Donizetti legde zijn opera aan als een lang lont richting het kruitvat, maar door een gebrek aan muzikale nuance voelt de climax bij De Nationale Opera eerder aan als nat vuurwerk.

Aïgoel Achmetsjina (Elisabetta, in het wit), Kristina Mchitarjan (Maria Stuarda) en Ismael Jordi (Leicester) in Donizetti’s opera ‘Maria Stuarda’.

Gedonder in het Britse koningshuis: ook de Italiaanse componist Gaetano Donizetti lustte er pap van. Maria Stuarda (1835) heet een van het handjevol opera’s dat hij aan haat en afgunst wijdde. Het stuk bleef lang obscuur. Als de archieven kloppen, kon je voor de enige opvoeringen in Nederland terecht in 1977 en 1997. Fijn dat De Nationale Opera (DNO) het drama nu opnieuw in het theater laat taxeren: duim omhoog of duim omlaag voor Maria Stuarda?

‘Twee koninginnen, één troon’, zo prijst DNO de voorstelling aan. Daar is geen woord aan gelogen, maar volledig is het evenmin. Maria Stuarda behelst immers meer dan een stoelendans die over tweeënhalf uur wordt uitgesmeerd. Anders had regisseur Jetske Mijnssen, erkend expert van de menselijke drijfveer, er haar tanden niet in gezet. Maria Stuarda is de tweede van drie ‘Tudoropera’s’ uit Donizetti’s pen die ze in opeenvolgende Amsterdamse seizoenen toont.

Over de auteur
Guido van Oorschot schrijft sinds 2000 voor de Volkskrant over klassieke muziek en opera. Hij maakt de maandelijkse podcast Klassieke klets.

Anno 1587 zit Elizabeth I op de troon van Engeland. Ook haar nicht Mary Stuart, gevangengezet, maakt er aanspraak op. Tot zover de feiten. Waarna Donizetti, die teruggrijpt op een toneelstuk van Friedrich Schiller, zijn verbeelding de vrije teugel laat.

Zo is er de jaloezie. Graaf Leicester heet de minnaar die de vrouwen delen. Ook godsdienst vergiftigt de sfeer: Elizabeth is protestant, Mary Stuart katholiek. Maar bij Mijnssen zijn het de persoonlijke frustraties en wanen die het conflict tussen de vrouwen op scherp zetten.

Ultieme confrontatie

De regie stippelt het pad naar hun ultieme confrontatie secuur uit. In parallelscènes belicht Mijnssen de complexe voorgeschiedenis: Elisabetta die in haar jeugd als bastaardkind wordt gepest, Maria Stuarda’s kindhuwelijk in Frankrijk. Maar vooral toont ze de wederzijdse obsessie: Elisabetta die wordt lastiggevallen door de schim van Maria. Of Elisabetta die juist komt spoken in Maria’s hoofd.

Het had meeslepend kunnen werken. Donizetti legde zijn opera aan als een lang lont richting het kruitvat. Ook het Amsterdamse toneelbeeld werkt ernaartoe. Almaar benauwder worden de sombere, taps toelopende ruimten waarin scenograaf Ben Baur de vorstinnen plaatst. Komt het moment suprême en zingt Stuarda: hoezo ben jij, Elisabetta, de koningin van Engeland? Je bent niet meer dan het bastaardjong van een vuile hoer! Waarmee ze haar doodvonnis tekent.

Nat vuurwerk

Dat de climax aanvoelt als nat vuurwerk, heeft een muzikale reden. In de lange aanloop hapert het, doordat de Italiaanse dirigent Enrique Mazzola voor een Donizetti-kenner verrassend weinig nuance kent. Ofwel het Nederlands Kamerorkest speelt subtiel en zacht, ofwel het knettert bruut de bak uit.

Hetzelfde probleem bij de zangers. De sopraan Kristina Mchitarjan (Stuarda) en de mezzosopraan Aïgoel Achmetsjina (Elisabetta) hebben juwelen van stemmen. De Russinnen zijn bedrijfszeker in snelle riedels en vullen met gemak de zaal. Maar hoog zingen is steevast luid zingen. En voor de nerven van het belcanto, een kunst van gecontroleerde hartstocht, hebben ze amper oog. In plaats daarvan: vulmiddel. Vleugjes pathetiek, snufjes cliché, vooral bij de Spaanse tenor Ismael Jordi als graaf Leicester.

Briljante scène

Net wanneer je denkt: ‘duim omlaag’, volgt er een briljante scène. Op een duister toneel, gehuld in pijen, schildert het operakoor de attributen van de terechtstelling. Het hakblok, de bijl, het slachtoffer Stuarda. Bijna zoemend zuigen de stemmen je het drama in. Waarna Jetske Mijnssen haar troef uitspeelt: een tweede treffen tussen de vorstinnen, dwars tegen Donizetti in. Elisabetta troost, Stuarda laat zich troosten, twijfelen doen ze allebei. Levenslust of doodsangst? Gratie of de bijl?

En nu weten we het nog niet. Schuilt in Maria Stuarda een theatraal meesterwerk? Graag een herkansing met de beste muziek denkbaar.

Maria Stuarda
Opera

★★★☆☆

Van Gaetano Donizetti. Door Jetske Mijnssen (regie), koor van De Nationale Opera, Nederlands Kamerorkest o.l.v. Enrique Mazzola.

6/5, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Aldaar t/m 28/5. NPO Klassiek, 27/5.

Lang obscuur: hoe Maria Stuarda stap voor stap aan bekendheid won

Maria Stuarda is om en nabij de vijftigste opera van Gaetano Donizetti (1797-1848). Zijn tekstschrijver was een vroegrijpe adolescent, de 17-jarige Giuseppe Bardari. Die baseerde zich op het theaterstuk Maria Stuart (1800) van Friedrich Schiller. Na de première in 1835 werd Maria Stuarda in Italië slechts mondjesmaat opgevoerd. De weg naar de rest van de wereld vond het stuk pas in de loop van de 20ste eeuw.

De revival begon in 1959 in Bergamo, Donizetti’s geboorteplaats. De vaart kwam erin toen grote zangeressen als Joan Sutherland zich ontfermden over de titelrol, zoals in 1977 in het Circustheater in Scheveningen. Nadat een partituur in Donizetti’s handschrift was opgedoken in Zweden, raakte het stuk vanaf 1989 definitief in zwang, opnieuw via een opvoering in Bergamo. Bij DNO vormt Maria Stuarda een ‘Tudortrilogie’ met Anna Bolena en Roberto Devereux.