Direct naar artikelinhoud
RecensieOpera

Potsierlijke ‘Giulio Cesare’ wekt louter irritatie, ondanks de muzikale kwaliteit

Cleopatra (Julie Fuchs) probeert Julius Ceasar (Christophe Dumaux, links vooraan) te verleiden met een extra orkestje op de bühne.Beeld Monika Rittershaus

Giulio Cesare in Egitto
De Nationale Opera
★★

Bij voorbaat excuus aan alle uitstekende musici, zangers en de geniale dirigent voor de schamele twee sterretjes hierboven. Maar hun fraaie bijdragen in Händels Giulio Cesare in Egitto kletterden maandag helaas als paarlen voor de zwijnen in een regie die kant noch wal raakte, en grotendeels niet te begrijpen viel. Sommige kranten geven bij operaproducties apart sterren voor muziek en regie. Wij doen dat niet en nemen het gemiddelde. In dit geval vier sterren voor de muziek, nul voor de regie. Vier gedeeld door twee is twee.

Waar zullen we eens beginnen? Misschien bij het feit dat dit de zoveelste enscenering bij De Nationale Opera (DNO) was waarin het decor grijs, grimmig en grauw is. In DNO’s eigen (kleurrijke) productie van Operetta Land vorig jaar werd daar nog een goeie grap over gemaakt: dat die grijsgrauwe betonlook veruit favoriet is bij regisseurs van moderne ensceneringen. Nou, inderdaad. Na de deprimerende donkerte van Puccini’s Turandot vorige maand bij DNO, keken we nu opnieuw tegen de grijze achterwand van het theater aan. Op de bühne stond een ijzeren, kantelbare grote doos met doorzichtige rasters. Erachter, erin en erop slopen de personages uit de opera rond. Waarom? Dat bleef in duisternis gehuld.

Gezekerde held op sokken

Bovenop die donkere doos maakte Julius Caesar zijn entree in een van Händels populairste opera’s. Maar wie laat nou zijn operaheld opkomen in een tuigje, en vastgemaakt aan een veiligheidskabel? Veiligheidsvoorschriften waarschijnlijk, maar het zag er reuze maf uit. Een gezekerde held op sokken. Bovendien stond countertenor Christophe Dumaux daar akoestisch heel ongelukkig zodat zijn toch al niet te grote stem verloren ging in de enorme ruimte van Nationale Opera & Ballet.

De Spaanse regisseur Calixto Bieito, notoir om zijn tegen de haren instrijkende ensceneringen, liet geen mogelijkheid onbenut om ons ervan te overtuigen dat er in deze opera louter plurken en ploerten rondlopen. Op zich niet eens zo’n slecht uitgangspunt in deze achttiende-eeuwse zedenschets over liefde, politiek, eigen gewin en verraad tussen de oude Romeinen en Egyptenaren. Maar het agressieve, grensoverschrijdende gedrag – vooral tegen de vrouwen, al konden die er zelf ook wat van – stapelde zich hier op tot ver over de irritatiegrens. Ook in theater geldt nog altijd de wet dat overdaad tot overkill leidt. En echt, Händel zag toch duizendmaal meer nuances in zijn personages. Je hoeft alleen maar naar zijn muziek te luisteren.

En geweld, dat geen echt geweld is, kan er hopeloos potsierlijk uitzien op toneel. Net als seks, die geen echte seks is. En dat vang je heus niet op door Cleopatra’s broertje Tolomeo tot vervelens toe zijn frustratie uit te laten schreeuwen. Of door Achilla steeds maar weer opnieuw de glibberige resten van de scalp van Pompeo in een plastic zak te laten stoppen. Of door Nireno steeds een vilein-geestig tap-dansje te laten doen. Of door de pruilende Cleopatra heel overtuigend te laten faken dat ze huilend aan het eind van haar latijn is. Cynisme is het overkoepelende woord hier, gebezigd door een regisseur die zegt dat hij geen kritiek wil uiten, en het publiek niet de les wil lezen, of met een boodschap naar huis wil sturen. Zou het?

Tolomeo (Cameron Shahbazi) overweldigt Cornelia (Teresa Iervolino) terwijl de andere personages in hun ligstoelen verveeld toekijken.Beeld Monika Rittershaus

Gelukkig stond Emmanuelle Haïm in de bak, en had zij haar fantastische ensemble Le Concert d’Astrée meegenomen. In die bak kreeg Händel gelukkig alle eer die hem toekomt met ritmische gedrevenheid, oor voor detail en wonderschone begeleidingen. Daar dus wel alle nuances die je maar kon wensen.

Niet de verwachte sensatie

In al haar aria’s, de een nog mooier dan de ander, was de Franse sopraan Julie Fuchs als Cleopatra te bewonderen. Fuchs debuteerde in Amsterdam en toch was zij niet de vocale sensatie die op grond van de enthousiaste verhalen over haar verwacht mocht worden. Mooist was de scène waarin zij verkleed als Lidia probeerde om Caesar te verleiden. Precies zoals Händel voorschrijft, werd zij op de bühne omringd door een klein orkestje, en Haïm wist in deze muzikaal magische scène fantastisch te overtuigen. Ineens was de bühne ook vol kleur met een hel-oranje belichting.

Ook de andere vrouwen stonden hun mannetje. Teresa Iervolino (Cornelia) was vocaal in alles de nobele Romeinse die ze moest voorstellen. Dat zij verder als een gestoorde baglady rondliep en op een gegeven moment het bloed uit de armen van haar zoon Sesto moest zuigen, had gelukkig geen effect op haar zangkunst. En Sesto zelf werd ook al zo mooi virtuoos vertolkt door Cecilia Molinari.

De stem van countertenor Cameron Shahbazi (Tolomeo) was diep en rond. Daardoor maakte hij in deze grote zaal meer indruk dan zijn collega Christophe Dumaux (Caesar). En waarom Frederik Bergman zijn kleren moest uittrekken, om die vervolgens in het da-capo-gedeelte van zijn aria weer aan te trekken mag joost weten. Maar hij zong wel voortreffelijk.

Aan het slot, als de slechteriken zijn gestorven en Caesar en Cleopatra elkaar in de armen sluiten, geven de twee leiders elkaar een cadeau met een strik erom. Als de strik eraf gaat blijken ze beiden hetzelfde presentje te hebben gekocht: een gouden wc-pot. Toch nog een boodschap na meer dan drie uur onduidelijkheid: gauw doortrekken deze productie.

‘Giulio Cesare in Egitto’, nog zeven keer tot en met 5 februari. Vanaf 2 februari te zien op Arte en op 4 februari te horen op NPO Klassiek. Info: operaballet.nl

Lees ook:

Hatseflats, dat heeft de Nederlandse Reisopera toch maar mooi geflikt. Veni, vidi, vici.

Veni, vidi, vici! Die befaamde uitspraak van Julius Caesar kun je zonder overdrijving op het onversaagde gezelschap van de Nederlandse Reisopera plakken. Hun nieuwe enscenering van Georg Friedrich Händels Giulio Cesare in Egitto werd met succes voor de poorten van de lockdown-hel weggesleept.