Direct naar artikelinhoud
Opera

Juist door de visuele somberte slaat de muziek van Turandot je bij vlagen knock-out ★★★☆☆

Helaas wordt de portee van regisseur Barrie Kosky’s zombie-opera niet helder.

Najmiddin Mavlyanov zingt de beroemde aria ‘Nessun dorma’ uit Puccini's opera Turandot.Beeld Monika Rittershaus

December is in operaland doorgaans de maand van de gezellige producties. Een champagnearia: heerlijk! Kleinkind mee: doen! Zelfs Turandot, de wrede Chinese sprookjesopera van Giacomo Puccini, kent in menig enscenering bruisende scènes. Met als bonus natuurlijk Nessun dorma (‘Niemand zal slapen’), de kippenvel-aria die na de première in 1926 het speelterrein werd voor hele en halve Pavarotti’s.

Kleurrijk, bruisend en gezellig? Daar doet Turandot bij De Nationale Opera in Amsterdam niet aan. Op één kleurrijk tafereel na doopt regisseur Barrie Kosky het drama in steenkoolgrijs. Liefhebbers van fleurige chinoiserieën, fans van Puccini met een snik en een traan: u heeft hier niets te zoeken. Maar de paradox: juist door die visuele somberte slaat de muziek je bij vlagen knock-out.

Een voorstelling lang zwerven negentig koorzangers als zombies over het toneel. Puccini had ze bedacht als soldaten, vaandeldragers, dienstmaagden, priesters, mandarijnen, knapen, muzikanten, beulsknechten en geesten. In Beijing zien ze hoe prins na prins zijn hoofd op het hakblok legt. Wie de keizersdochter Turandot wil trouwen, moet drie raadsels kraken. Lukt dat niet, dan volgen marteling en onthoofding. Maar opeens is daar de niet te stuiten prins Calaf.

Turandot bij De Nationale Opera.Beeld Monika Rittershaus

Regisseur Kosky, niet onterecht, ziet in Puccini’s personages bordkartonnen figuren. Hij had kunnen kiezen voor een aanpak die de laatste jaren artistieke plicht lijkt: Puccini vermanen over het feit dat hij ‘een jonge slavin’ introduceert. Offert deze Liù zichzelf nog op uit liefde ook. Of Kosky had de kachel aan kunnen maken met de Chinese deuntjes waarin Puccini grossiert. Toe-eigening, maestro!

Kosky parkeert het oriëntalisme en kolonialisme in de orkestbak. Op toneel verruilt hij de Chinese rimram voor een wereld van zwart en grijs. Daar vegeteert een sekteachtig volk. Ze gooien over met schedels en aanbidden de dood. Turandot blijft onzichtbaar, hooguit tijdens een séance daalt ze even neer als opperdoodshoofd. Kosky kneedt Puccini’s prinsen om tot religieus aangeraakten. Bij wie het licht ziet, komt de rook uit de mouwen. Helaas wordt de portee van Kosky’s zombie-Turandot niet helder.

En dan die weidse toneelruimte. Ideaal natuurlijk om een massakoor in oogstrelende formaties neer te zetten. Maar de solozangers lopen verloren, ook akoestisch. Het geluid van Kristina Mkhitaryan (Liù) blijft op afstand. De stem van Najmiddin Mavlyanov (Calaf) verwaait. Alleen Tamara Wilson krijgt de ruimte gevuld: als Turandot stuurt ze haar klare stem vanaf een lichtbrug de zaal in.

In dat vage rijk grijpen koor en orkest hun kans. Hoe luid de koorzangers ook schallen, hun klank blijft mooi open. Hoe zacht men ook zingt, het geluid doorkruist de zaal. En met het Nieuw Amsterdams Kinderkoor daagt vanuit de coulissen warempel een decembergevoel.

Maar de grootste verrassing komt uit de orkestbak. Dankzij de Chinaloze enscenering kan dirigent Lorenzo Viotti een fris licht werpen op de partituur. Opeens klinken ze niet folkloristisch maar experimenteel, de Chinese gongs en de xylofoon waarmee Puccini in de jaren 1920 oosterse kleur aanbracht. En wat een lef om koor en orkest aan het slot van Liù’s rouwkoor zo kwetsbaar te doven.

Tot hier was Puccini gevorderd, toen hij in 1924 stierf. Franco Alfano voltooide de opera; in 2001 deed Luciano Berio ook een gooi. Barrie Kosky laat het voor wat het is. Niet voor niets liep Puccini vast toen hij aankwam bij de onwaarschijnlijke omhelzing van Turandot en Calaf.

Die ene beroemde aria, Nessun dorma, krijgt trouwens een betoverende glans. Het spiegelplafond boven prins Calaf zakt schuin naar beneden, de stem van Najmiddin Mavlyanov heeft opeens een klankkaatser. Er verschijnen gele en rode bloesems, dansers vormen bloemfiguren. En bij zulke tedere muziek over liefde en hoop verdampt elke bedenking.

Kill your darlings

Hoe Puccini zichzelf klemzette met een goedbedoelde ingreep.

Het verhaal van de wrede Chinese prinses Turandokht (Turandot) gaat terug tot middeleeuws Perzië. In de 18de eeuw wordt het opgepikt door de Venetiaanse toneelschrijver Carlo Gozzi. Hij voegt komische figuren toe uit de commedia dell’arte, die Puccini omsmelt tot de ministers Ping, Pang en Pong. Ook Friedrich Schiller, de Duitse toneelschrijver, bemoeit zich met de stof. Hij plooit Turandot in 1802 tot een vrouw die ten koste van alles hecht aan haar zelfstandigheid (‘Ik ben niet wreed. Ik wil alleen maar vrij leven’).

Om nog iets van zijn specialiteit te kunnen verklanken, de meeslepende liefde, smokkelt Puccini het personage Liù binnen. Ze is zo smoor op Calaf dat ze haar leven voor hem offert. Die ingreep zadelt Puccini op met een probleem dat hij niet opgelost krijgt. Na Liù’s smartelijke toneeldood lukt het hem niet een overtuigende omslag te maken naar een verzengend liefdesduet tussen Turandot en Calaf.

Turandot

Van Giacomo Puccini. Door het koor van De Nationale Opera, Nieuw Amsterdams Kinderkoor en Nederland Philharmonisch Orkest o.l.v. Lorenzo Viotti. Regie Barrie Kosky.

Opera

★★★☆☆

2/12, Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Voorstellingen t/m 30/12 (met deels andere solisten).