dinsdag 27 januari 2015

The Merry Widow in New York (****)


SOUS LE SOLEIL DE SATAN

Wie van mijn generatie herinnert zich niet de talrijke operetteavonden op de BRT in de jaren 60 met Rudolf Schock en Johannes Heesters? Voor Heesters werd de rol van Graaf Danilo Danilowitsch in Lehars "Die Lustige Witwe" zijn handelsmerk. Meer dan 1600 maal zou hij ze spelen. Bij zijn debuut in München in 1938 zat ook de Führer van het Derde Rijk in de zaal.

Begin jaren 1920 had de politieke activist Adolf Hitler "Die lustige Witwe" in diverse speeches nog afgebrand als een schoolvoorbeeld van artistieke kitsch. We weten niet wat hem van mening deed veranderen maar in de loop van de jaren 1930 werd het één van zijn favoriete stukken. Nooit miste hij een nieuwe productie (ook niet van "Die Fledermaus" overigens) en regelmatig diepte hij aanzienlijke bedragen op uit zijn persoonlijke portemonnee om nieuwe producties ervan te financieren. Op momenten dat hij zich niet als Lohengrin zag, placht hij zich voor de spiegel wel eens te vereenzelvigen met Danilo, niet toevallig ook een redder des vaderlands. Het eerste wat hij deed om de Anschluss met Oostenrijk te vieren was zijn omgeving een opname van zijn geliefde operette in de maag te splitsen. Speer beweerde dat hij zijn twee favoriete operettes, samen met Carl Zeller's "Der Vogelhändler" en Johann Strauss' "Der Zigeunerbarin" rekende tot de canon van de "heilige deutsche Kunst" en evenwaardig beschouwde aan Wagner.

Zo weid verspreid was de excessieve amoureuze relatie van Hitler met "Die lustige Witwe" dat Dmitri Sjostakovitsj, die een oprechte bewondering had voor de operette, er een thema uit ontleende om de Duitse invasie te karakteriseren in zijn Leningrad symfonie.
Na de militaire opdoffer in Stalingrad kon Hitler geen Wagner meer verdragen. Alleen platen van Lehar kwamen nog op de grammofoon van het Arendsnest. We kunnen daaruit besluiten dat het Wagner was die hem stimuleerde in zijn waanzinnige expansionistische dromen. Alleen Lehar kon hem redden uit een diepe melancholische bui.

Franz Lehar was getrouwd met een joodse. Van Hitler ontving ze het predicaat "ere-Ariër". Toch werd ze tweemaal bijna opgepakt. In haar handtas bewaarde ze een cyanidecapsule. Eén van de meest macabere "anekdotes" uit de muziekgeschiedenis is de volgende: toen Lehar de Führer een gesigneerd programmaboekje van de Weense première van "Die Lustige Witwe" uit 1905 bezorgde als cadeautje voor zijn verjaardag, stond op de voorpagina een foto van Louis Treumann, de allereerste Danilo. Treumann was joods en werd op datzelfde moment samen met zijn vrouw vermoord in Theresienstadt.

In augustus 1944 werd Johannes Heesters door Hitler en Goebbels op de lijst van de ‘door God begenadigde’ kunstenaars geplaatst die voor het Derde Rijk onmisbaar waren. Het was één van de redenen, naast een bezoek aan Dachau in 1941, waarvoor hij enkele jaren geleden nog politiek correct Nederland over zich heen kreeg. Op zijn gezondheid had het weinig effect. Heesters werd 108 en overleed in 2011.

Ooit, in een niet zo ver verleden, hebben we in quasi unanimiteit besloten om opera op te voeren in originele versie. Aparte theatermakers als Walter Felsenstein zwoeren bij de vertaling en de Londonse ENO maakt er nog altijd een strijdpunt van. Omwille van de vele gesproken dialogen kon je van cultuurimperialisten als Amerikanen alleen maar verwachten dat ze Franz Lehars operette zouden opvoeren in het Engels. Even voorspelbaar was dat daardoor 25% van de Weense esprit, de couleur locale, de dubbele bodems, de heel aparte poëzie van het stuk kortom, verloren zou gaan van dit canonische werk uit het Zilveren Tijdperk van de Weense operette. De productie kreeg bovendien een adrenalineshot vanuit Broadway, toegediend in de persoon van de geroutineerde regisseur en choreografe Susan Stroman. Overigens is de Met veel te groot voor de weergave van gesproken dialogen. Veel toeschouwers in de cinema zullen niet eens gemerkt hebben dat de gesproken dialogen via microfoons werden versterkt, de gezongen partijen daarentegen niet. Toch blijft deze Angelsaksische mammoetversie heel goed overeind. Althans in haar cinemaversie want zoals zo vaak restaureerde de camera de intimiteit van het stuk en de nieuwe vertaling van Jeremy Sams kan je zien als een interpretatieve variant, anders van kleur en met een afwijkend gevoel voor humor, maar net zo onweerstaanbaar. Waarmee overigens bewezen is dat deze verrukkelijke komedie, wanneer ze zich bevindt in de juiste, kundige handen, zich moeiteloos kan handhaven in het repertoire.

"Die Lustige Witwe" drijft op de chemie tussen Hanna Glawari en Danilo Danilowitsch. Hoe ze hun gekrenkte trots langzaam voor mekaar laten wegsmelten, daar gaat het om in dit stuk.

Voor Renée Fleming zit de partij van Hanna Glawari niet altijd goed. Af en toe is de partij voor haar te laag en krijg je minder fraaie, kelige geluiden te horen. In de hoogte heerst ze soeverein en produceert ze het vertrouwde romige geluid waar niet alleen het Vilja-lied van profiteert.

Nathan Gunn als Danilo heeft looks en charme te koop. Hij beweegt zich over het toneel met het vanzelfsprekende zelfvertrouwen van een vrouwenverslinder als George Clooney. Hij zingt ook uitstekend en zijn danspasjes zijn absoluut te genieten, zelfs in het vaak tenenkrommende "Dummer, dummer Reitersmann".

Kelly O' Hara ademt de stijl van de musical. Bij haar mis je de afwezigheid van de Weense esprit het meest.

De bariton van Thomas Allen ligt aan diggelen maar Baron Zeta is vooral een spreekrol en die vult hij voortreffelijk in, zonder ooit te overdrijven, misschien zelfs een tikkeltje te ernstig zoals in de Glyndebournse Fledermaus maar dat behoort tot de interpretatieve marge van de operette.

Carlson Elrod is voortreffelijk in de speekrol van Njegus, Alek Shrader een prima Camille.

Ook de scenografie van Julian Crouch en de 138 kostuums van William Ivey Long deelden in het succes. Zo werd Hanna's tuinfeest met zicht op Montmartre naadloos getransformeerd in het Parijse cabaret "Chez Maxim".

Sir Andrew Davis koos ervoor om de ouverture die Lehar in 1940 herschreef ter ere van Hitler, niet te gebruiken en stelde zelf een ouverture samen, een medley van enkele oorwurmen uit het stuk. Als halverwege de ouverture het doek opgaat op de walsende koppels in de ambassade van Montevedro weet je al dat deze avond de vergelijkbare productie van Lofti Mansouri uit San Francisco uit 2001(bekend van dvd) in alle opzichten zal overklassen.


Geen opmerkingen: